Skip to main content


Onderzoeker:
De toetsingsintensiteit van het Grondwettelijk Hof

De ene toets is de andere niet. Het is geen geheim  dat ook bij het Grondwettelijk Hof de intensiteit van de grondwettigheidscontrole varieert. Terwijl de ene norm  de Grondwet pas schendt indien hij een manifest of kennelijk onredelijk karakter vertoont, moet een andere (ook) noodzakelijk zijn in het licht van zijn doel. De schommelende toetsingsintensiteit in de rechtspraak van het Hof is bekend, maar werd in België nog maar sporadisch wetenschappelijk onderzocht. Bestaand onderzoek  focust zich op de variërende invulling van het noodzakelijkheids- en proportionaliteitscriterium of op een overzicht van de materies waarin terughoudend wordt getoetst.  De verklaringen voor die wisselende houding werden, op enkele recente uitzonderingen na, onderbelicht. 

Dit onderzoeksproject heeft tot doel om de toetsingsintensiteit van het Grondwettelijk Hof in kaart te brengen. Het beoogt de waargenomen variaties ook te verklaren. De eerste fase van het project berust op een functioneel rechtsvergelijkend onderzoek met de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. In het tweede en empirische gedeelte wordt de rechtspraak geanalyseerd volgens de methode van de kwalitatieve inhoudsanalyse. In een derde fase wordt de praktijk van het Hof geëvalueerd in het licht van diverse rechtsstatelijke principes.